Mijn mooiste ervaring als dagvoorzitter was de slotbijeenkomst van de International Conference on Social Welfare van juni 2002 in Den Haag: in de zaal 800 mensen uit vier continenten, op het podium twee sprekers en een driekoppig panel. De Engelse en Franse taal gingen mij goed af, met het Spaans had ik moeite. Het was het einde van een week lang vergaderingen en workshops. Iedereen was tevreden maar moe. De bijeenkomst mocht twee uur duren, ik had geadviseerd alles in anderhalf uur te doen. Ik heb gewerkt met klompen en houten tulpen, een question-master benoemd (die mocht elk moment met een lastige vraag interrumperen), iedereen in de zaal een rode en een groen kaart laten geven (om ja of nee te zeggen op de vragen van de question-master), en veel grappen gemaakt en lichaamstaal gebruikt. Ik heb gelet op antwoorden die to the point waren, snelheid, zaalinterviews… Er is veel gelachen…. Na anderhalf uur moest de voorzitter van deze wereldorganisatie, een Aziaat, eerst de klompen aandoen voordat hij de bijeenkomst mocht afsluiten.
De organisatoren schreven later: ‘Je was zowel de bedenker als de moderator van de geweldige slotsessie. Je bracht vaart en interactie in het geheel en werd door velen genoemd en geroemd’.