Hoe microkrediet kansarme mensen tot ondernemers maakt.
Bomen tot in de hemel heeft een kwart miljoen euro opgebracht. Het geld gaat naar microkrediet instellingen in Peru, de Filippijnen en Ethiopië. Het boek bevat portretten van mensen uit Bangladesh, de Filippijnen, Ethiopië, Zuid Afrika, Brazilië en Peru, die allemaal baat hebben gehad bij microkrediet. Het boek was onderdeel van een grote campagne.
Bomen tot in de hemel is gemaakt naar een idee van Arjan van Dijk, terwijl Jos van Beurden verantwoordelijk is voor de inhoud ervan. Het bevat portretten van mensen uit zes landen die baat hebben bij microkrediet. De landen zijn: Bangladesh, de Filippijnen, Ethiopië, Zuid Afrika, Brazilië en Peru. Waar mogelijk, zijn die portretten gemaakt door lokale fotografen en schrijvers. Bomen tot in de hemel werd gemaakt in opdracht van Jumbo Supermarkten, die hiermee hun jubileumjaar 2007 vieren (opening 100ste vestiging; omzet € 1 miljard; meneer Karel, president-directeur, 50 jaar bij de zaak). De opbrengst van het boek gaat naar microkrediet-projecten in ontwikkelingslanden.
Het boek kost € 45 (excl. BTW).
ISBN 978-90-73187-58-0
Bij de overhandiging van het boek.
V.r.n.l. Producer Arjan van Dijk, Jumbo President-directeur
Karel van Eerd, en auteur Jos van Beurden
Fragment uit ‘Bomen tot in de hemel’
Gebrekiros Debesai en Teash Amanuel
Het lijkt een gezellige Brabantse boerenfamilie. Op het erf lopen twee stieren, een koe, twee ezels en een stel geiten en kippen. Vader Gebrekiros is een koe aan het slachten.Op twee golfplaten liggen stapeltjes pens en darmen, brokken vlees, de lever, ribben en de poten. Het ziet er bloederig uit. Moeder Teash zit met de drie jongste van acht kinderen toe te kijken. ‘Vannacht besteeg de stier deze koe; daarbij brak zij haar poot’, legt Gebrekiros uit. Iedereen moet eromlachen. Achter het huis staan bijenkorven, houten gele kisten van drie verdiepingen en een waterreservoir. In huis staan een kistmet een kip en twaalf kuikens en een grote kuip lokaal bier. Op een paar honderd meter afstand ligt een kunstmatig meertje. Met het water daarvan irrigeert de boerenfamilie de tarwe, gerst, t’ eff (traditionele Ethiopische graansoort), aardappelen, bloemkool en tomaten op hun lap grond.In 2003 leende het echtpaar 3000 birr, dat is minder dan € 300. De rente was 15 procent en ze betaalden binnen een jaar af. ‘We hopen het zo te redden’, zegt Gebrekiros. ‘Afgelopen jaar verkochten we 17 geiten en vele kilo’s honing. Er is meer eten. Al vier jaar doen wij het zonder voedselhulp; voor die tijd hadden we dat zeker twee maanden per jaar nodig.’ En als er een nieuwe droogte komt? ‘Dan redden we het niet.’ Bieden alle dieren, dat geïrrigeerde land en de opbrengsten dan niet voldoende? Gebrekiros en Teash houden vol: ‘Als het weer mis gaat, sterven de dieren, droogt het meer op en zitten wij met lege handen.’